Van der Poel oppermachtig naar goud

Van der Poel oppermachtig naar goud

Mathieu van der Poel heeft zijn derde wereldtitel bij de profs gewonnen. Na Tabor (2015) en Bogense (2019) was het opnieuw raak. In het Zwitserse Dubendorf stond er opnieuw geen maat op de Nederlander, die zijn laatste cross van het seizoen reed. De Brit Tom Pidcock werd tweede, Toon Aerts heeft brons gewonnen. 

 

Corné van Kessel is zevende geworden.

Mathieu van der Poel noemde het 'misschien wel mijn mooiste wereldtitel'. "Maar ik heb hier ook het meest naar toe gewerkt. Vanaf het begin van het seizoen heb ik gezegd dat dit het grote doel was. Al vorig weekeinde voelde ik dat ik naar de topvorm aan het toe groeien was. Ik had wel een uitzonderlijke dag vandaag. Ik ben heel tevreden. Ik reed een goed eerste stuk in de modder, ik kon direct het verschil maken. Ik was wel verbaasd dat ik zo'n voorsprong kreeg, maar dat gaf me vleugels om direct met voorsprong rond te rijden. Ik was ermee bezig om mijn voorsprong zo groot mogelijk te houden, voor het geval dat ik lek zou rijden of een probleem met de ketting zou krijgen. Het materiaal had flink te lijden vandaag, daarom heb ik ook twee keer per ronde gewisseld en op sommige stukken ben ik eerder gaan lopen, om de risico's te mijden. Het is mooi om zo te winnen, maar de voorsprong zegt me minder. Of ik met een minuut win of veertig seconden maakt dan niet zo veel uit. “Over het parcours: “Het was enorm lastig. Toen het stopte met regenen begon de modder op te drogen en werd het echt zwaar. Dit is het zwaarste parcours waar ik ooit heb gereden, zeker op een WK. Ik heb proberen de tweede koershelft niet meer het maximale van de fiets te vragen. Ik denk dat ik wel een perfect wedstrijd heb gereden."


Tibor del Grosso had bij de junioren daarvoor een vijfde plek behaald op het wereldkampioenschap veldrijden voor junioren in Dubendorf. De zege ging naar Thibeau Nys die een volledig Belgische podium aanvoerde.

 

Nederlands kampioen Del Grosso - uit Eelde - deed in de beginfase mee om de medailles, maar moest de aanvankelijke eerste drie in de wedstrijd voor laten gaan. Even leek hij met de Belg Verstrynghe de aansluiting te maken, maar uiteindelijk moest hij genoegen nemen met stek vijf.

Een plek waar hij gezien het seizoen zeker op zijn plek was. Ook in de wereldbeker in Hoogerheide was hij vijfde en bij de wereldbekers in Nommay en Heusden-Zolder was er een vierde stek voor de eerstejaars junior.

"Misschien had ik niet moeten wisselen toen ik zo dicht bij de nummers twee en drie was, maar ik deed dat op de automatische piloot omdat ik daar steeds wisselde. Verstrynghe reed er naar toe, maar ik had het idee dat de mannen voor mij allemaal sterker waren. Dit was een eerlijk parcours waar iedereen op zijn plek terecht kwam." En zo maakte hij een positieve balans op over zijn eerste juniorenjaar. "Ik had vooraf niet kunnen denken dat ik steeds zo dicht bij het podium kon eindigen in de topcrossen. Ik ben trots op deze vijfde plaats op het WK en kan alleen maar concluderen dat ik de eerste eerstejaars in de uitslag was en dat ik dus met ambitie naar volgend veldritseizoen mag kijken."

Toen was het de beurt aan de beloften-vrouwen Manon Bakker (vijfde) en Inge van der Heijden (zesde) hebben naast de medailles gegrepen op het wereldkampioenschap veldrijden in Dubendorf.
Het was Bakker die de beste openingsfase kende, samen met de later kampioene Marion Norbert Riberolle reed ze iets weg van de anderen. Maar ze moest toestaan hoe de Hongaarse Vas en de Britse Kay haar voorbij staken en kwam in de strijd voor een vierde stek terecht.

Van der Heijen startte als titelverdedigster nadat ze vorig jaar in Bogense de huidige wereldkampioene bij de elite Ceylin Alvarado hield. Deze keer moest ze al snel een kruis maken over haar medaille-ambities.

Van der Heijden:"Het parcours lag me wel. Maar ik had er vooraf niet veel van verwacht, ik was ziek geweest en had overgegeven. De rechte stukken gingen goed, op de technische stukken was het vooral lopen. Ik kwam richting een derde plek, maar kwam ten val in een spoor en raakte toen mijn ritme kwijt. Ik ben blij dat ik heb uit kunnen rijden en op deze plek ben geëindigd. Ik was zeker voor meer gekomen, maar vandaag zat er niet meer in. Ik ben blij dat ik de Nederlandse trui nog heb om te mogen dragen."

Bakker was nog meer ontdaan van haar vijfde stek. "Ik deed alles goed totdat ik fouten ging maken. Ik viel echt constant. Normaal kan ik juist heel goed de focus houden, maar ik was er met mijn hoofd niet bij. Ik had hier tweede kunnen worden en misschien voor de titel mee kunnen doen. Ik viel en toen dacht ik het is nog lang. Maar ik bleef vallen. Toen knakte er iets in mijn hoofd. De eerste drie waren al uit beeld en voor zo'n medaille kwam ik nu eenmaal. Het zag er zo mooi uit in het begin Ik reed op kop toen ik viel, toen haalde de latere wereldkampioene mij in."