De wereldbekereindzege ging naar de Nederlandse Tsjech Thomas Kopecky die Pim Ronhaar en Mees Hendrickx tweede en derde zag worden.

Voor de eindstand in de wereldbeker bij de junioren tellen de vier beste resultaten mee. Als er een landgenoot de wereldbeker gewonnen had, dan was er een extra startplek verdiend op het WK.

Ronhaar kampte na afloop met een dubbel gevoel. “We wilden graag Kopecky uit de leiderstrui rijden en hebben daar als land echt voor gereden. We kwamen ook met Mees Hendrikx, Ryan Kamp en mijzelf in een groep met hem te rijden, maar ons plan lukte uiteindelijk net niet. Dat is jammer. Aan de andere kant mag ik denk ik best tevreden zijn dat ik als eerstejaars junior tweede wordt in de eindstand van de wereldbeker, ik heb de winter hierna nog een kans. Ook is het fijn om te voelen dat de vorm van voor de feestdagen terug keert. Ik ben ziek geweest in de aanloop naar het Nederlands kampioenschap, maar die ziekte lijkt nu uit mijn lijf. Ik heb de afgelopen week goed kunnen trainen op het WK-parcours en hoop met nog een week extra in goede conditie aan de start te staan van het wereldkampioenschap.” 

Nieuwenhuis tankt vertrouwen

Bij de beloften tankte Joris Nieuwenhuis vertrouwen door derde te worden achter winnaar Eli Iserbyt en runner-up Tom Pidcock, twee grote kanshebbers voor de regenboogtrui in Valkenburg volgende week. Daar verdedigt Nieuwenhuis zijn titel. Hij kampt met een beenblessure, maar liet in Hoogerheide zien wel voor het podium mee te kunnen doen. Jens Dekker werd zesde.

Nieuwenhuis zei na afloop: "Ik kend een goede dag vandaag. Net als in zolder kon ik mijn eigen ritme vinden en mijn eigen wedstrijd rijden. Ik streed met twee Belgen voor de derde plek, maar in de slotronde kon ik nog een kloof slaan. Dit motiveert me voor komende week, de vorm is goed."

Pidcock won de wereldbeker. Sieben Wouters werd zesde.